Nepnieuws doorprikken: een (verplichte) basisskill voor iedereen

Nepnieuws is de nieuwe trend, ongeacht welke bronnen we mogen/durven/kunnen geloven. Internetconversatie is als kroegpraat geworden: iedereen kan van alles beweren en men praat gretig mee. Maar hoe spot u

Nepnieuws is de nieuwe trend, ongeacht welke bronnen we mogen/durven/kunnen geloven. Internetconversatie is als kroegpraat geworden: iedereen kan van alles beweren en men praat gretig mee. Maar hoe spot u of het fake is? Een setje tips.

We hebben inmiddels wel – door schade en schande – geleerd dat we niet zomaar programma’s moeten vertrouwen die we zomaar ergens vandaan hebben gehaald. De onbetrouwbaarheid geldt ook voor betrouwbare lijkende portals of sneller toegankelijke, lokale sites. Soms zijn zelfs de ware bronnen vergiftigd, zoals het programma Transmission vanaf de echte, officiële downloadsite. Transmission is software om downloads te plegen, best ironisch dus.

Geen garantie

Alleen valt er voor software nog enigszins te vertrouwen op technologie. Bijvoorbeeld door digitale vingerafdrukken (zogeheten ‘hashes’) van downloads te controleren. Dit geeft natuurlijk geen garanties als de bron vergiftigd is of als de bron bewust aan het bedriegen is. Dat laatste lijkt nu meer en meer aan de orde bij nepnieuws.

Het slechte nieuws hierbij: nepnieuws is lang niet altijd zichtbaar, zeker niet gemakkelijk herkenbaar, en bijna alomtegenwoordig. Nee, ik belijd niet het geloof van leugenaars vanuit een ovaalvormig kantoor. Ja, echt nieuws kan ook gekleurd zijn, maar daarmee is het nog niet gelijk nepnieuws.

Huiswerk en hard werk

Nieuws is pas echt nep als het uitgaat van bewuste fouten, onwaarheden en zeg maar ronduit leugens. Wat in de moderne nepnieuwswereld ook wel ‘alternatieve feiten’ wordt genoemd. Een nepterm die eigenlijk wel erg meta is. Dit geeft ons allemaal huiswerk: gedegen bestudering van de termen ‘newspeak’ en ‘doublethink’ van de wel erg visionaire auteur George Orwell.

Nu het goede nieuws, over nepnieuws. We zijn heus niet geheel machteloos. Alleen moeten gewone burgers zich meer ontplooien als informatie-ontleders. Eigenlijk moeten we zelf meer een soort journalist worden. Een goede, kritische – ik wil zeggen: traditionele – journalist. Dus niet een willekeurig iemand die iets met tekst, blogs, vlogs, posts of tweets doet.

Een goede, kritische journalist kijkt verder, checkt bronnen, vraagt door, en twijfelt. Hetzelfde geldt voor een goede, kritische burger. Wat is de bron van een bericht? Wat is de bron dáárvan? Wie is de auteur en wat heeft hij of zij nog meer voortgebracht? Waarop zijn bepaalde zinnen of uitspraken gebaseerd? Bijvoorbeeld op een onderzoek, door wie uitgevoerd, onder hoeveel respondenten, en hoe representatief zijn die? Ja, meer huiswerk: hard werk.

Een andere, iets minder ‘hard werk’ tip is om meer dan 1 nieuwssite als app op je smartphone te hebben – het gros van het nieuws wordt nu geconsumeerd via smartphones. Nogal wat mensen hebben 1 nieuwsbron als app staan en dan is er moeilijk te vergelijken. Als je 2 of 3 nieuws apps staan hebt kan je snel zien wat echt zou kunnen zijn of niet (als maar 1 bron iets vermeld is het misschien iets dat je argwanend moet bekijken als 3 apps het overnemen – en ze gebruiken niet dezelfde bron – kan het ‘geloofwaardiger zijn.

Nog een tip: Think before you act. Velen lezen heel vluchtig iets en ‘sharen’ of ‘liken’ het dan in één beweging. Misschien moet je eerst 10 keer adem halen alvorens je iets wil ‘sharen’ of ‘liken’.Dat voorkomt dat potentieel fake nieuws zomaar zonder nadenken 100-den keren gedeeld gaat worden.

Een voorbeeld

Kritisch denken en actief uitzoeken is het devies. Zo valt nepnieuws te ontmaskeren. Een bekend voorbeeld is het (nep)bericht dat Donald Trump eind vorige eeuw zou hebben gezegd dat hij als presidentskandidaat zou gaan voor de Republikeinen. Omdat die, aldus de hardnekkig rondgaande uitspraak, oerdom zijn en alles geloven wat er op tv-zender Fox News wordt gebracht. Alleen heeft de huidige president van de VS dat helemaal niet gezegd toen. Kritische analyse en zorgvuldige ontleding wijst dit uit.

Zo had People Magazine geen interview met Trump hierover. De toenmalige berichtgeving over hem in dat tijdschrift was vooral gericht op zijn beroemdheid, zijn huwelijken en zijn echtscheidingen. Verder was Fox News in 1998 nog lang niet zo groot, invloedrijk of rechts. Oh, en de foto bij dit nepnieuws is afkomstig van een tv-interview in The Oprah Winfrey Show in 1988 waarin Trump zegt dat hij waarschijnlijk géén president wil zijn.

Willen geloven

Maar Trump-tegenstanders kunnen – en willen – best geloven dat de breedsprakige en ophefmakende man ooit gezegd heeft dat Republikeinen oerdom zijn. Trump heeft inmiddels wel meer ongelofelijk-geachte dingen gezegd. En gedaan. Dat maakt het steeds lastiger om nepnieuws te doorgronden, te ontmaskeren. Deze last wordt nog verzwaard door factoren als het distributiegemak en lucratieve verdienmodel voor nepnieuwsbrengers.

Zie maar de twee Macedonische jongeren die goed de kost verdienen met internationaal nepnieuws. Daarbij vermengen bepaalde sites en ‘Facebook-uitgevers’ ook echt nieuws met hun nepnieuws, zodat het onderscheid nog moeilijker valt te maken. Het is dus bijna niet meer te doen. Toch moeten we het wel doen, want de belangen zijn simpelweg te groot. Vertrouwen in informatie is belangrijk, nu nog meer dan ooit tevoren.

Cyberaanvallen 3.0

Cyberaanvallen zijn tegenwoordig namelijk lang niet meer alleen aanvallen op computersystemen. Ze zijn geëvolueerd naar aanvallen op informatiesystemen, waar onze hele maatschappij op draait. De schade is daarmee exponentieel vergroot. In plaats van ‘slechts’ data en geld verliezen we nu vertrouwen. Vertrouwen in nieuws, in de traditionele media, in politici, in ons wereldbeeld, in onze maatschappij en in onze medemens.

We moeten ons dus weren tegen desinformatie, leugens en propaganda. Helaas is er geen instituut dat dit voor ons doet: geen ministerie van Waarheid (wat in Orwells sombere SF-boek 1984 juist de waarheidsverdraaiende overheidstak was!). Dus moeten we het zelf doen. Waarbij natuurlijk weer het risico bestaat van verder vergroot wantrouwen. Wees waakzaam, ook voor uw eigen aannames. Wat helpt, is dat er steeds meer instanties en initiatieven opkomen die fact checks plegen, ook op ons, wat onze boodschap weer versterkt.

Wie, wat en waarom?

Let dus op de belangen van de informatie-aanbieder en weeg dat mee in uw waarheidsinschatting en de gunning van uw kostbare vertrouwen. Wie brengt welk nieuws en waarom is dat? Natuurlijk, in grote lijnen wil elke informatiezender zoveel mogelijk mensen bereiken, net zoals Facebook en adverteerders dat willen. Een groot deel van het nepnieuwsprobleem is dat mensen de massamedia (wantrouwend ge-hashtagged als #MSM) niet langer vertrouwen. Zulke ‘afhakers’ hechten hun geloof dan aan andere bronnen: alternatieve mediasites en ook viral-gaande Facebook-posts.

Nu nog een huiswerkopgave, om u te bekwamen in het doorprikken van nepnieuws. Wie was de uitvinder van de podcast?

Tips